Welkom bij een nieuwe aflevering van ‘Mindful werken’, dé podcast over werken in je eigen tempo. Mijn naam is Lisa Langenkamp en in deze podcast beantwoord ik in iedere aflevering een vraag over mindful werken. Ik deel praktische tips en ervaringen die mij hebben geholpen rust te vinden in een wereld waar de druk om te presteren steeds groter wordt en voldoende niet genoeg is.
De vraag die ik in deze aflevering beantwoord is:
Hoe ga overleef ik een stilteretraite (vipassana)?
Lisa (Mindfulnessbuddy)
In deze speciale aflevering deel ik welke inzichten ik heb opgedaan tijdens een stilteretraite (vipassana) afgelopen zomer. Ik vertel hoe een vipassana er ongeveer uitziet, wat mijn ervaringen waren en wat ik anders doe sinds ik terug ben. Ook probeer ik jou met deze aflevering te inspireren je eigen keuzes te maken. Wat ik daarmee bedoel is dat het niet raar is als je je weleens afvraagt of het allemaal niet iets langzamer kan. Of misschien zou je wel minder gestrest willen leven, maar zie je dat mensen om je heen het gemiddelde tempo wel kunnen bijbenen, waardoor je (onbewust) van jezelf vindt dat je door moet blijven gaan. Als dit herkenbaar voor je is, hoop ik dat deze aflevering je stimuleert om toch dichtbij jezelf te blijven.
Modder op de bodem
Sinds ik me ben gaan verdiepen in mindfulness en meditatie (hier lees je meer over mij), doe ik ook mee met stiltedagen en retraites. Want je kunt wel veel lezen en luisteren over hoe het is om in het nu te leven, maar het gaat uiteindelijk natuurlijk om de praktijk: wat doe je nú op het gebied van mindfulness, waardoor je een positief effect gaat zien in je leven? Vorig jaar zomer deed ik voor het eerst mee met een vijfdaagse vipassana en omdat deze retraite naar meer smaakte, meldde ik me aan voor een tiendaagse. Hoewel ik dus niet onbekend ben met langere perioden van stilte en meditatie, kan ik je vertellen dat dit één van de meeste pittige retraites is die ik tot nu toe heb gedaan. De stilte was hierbij niet eens de allergrootste uitdaging.
Misschien vraag je je af: ‘Wat is precies een vipassana? In welke opzichten verschilt vipassana van andere retraites?’ Vipassana is een vorm van inzichtsmeditatie; alle laagjes die je gedurende je leven hebt opgebouwd vallen langzaam weg, waardoor je dingen gaat zien zoals ze werkelijk zijn. De methode die bij de retraite centraal stond die ik heb gedaan, is die van de boeddhistische monnik Mahasi Sayadaw, oftewel de ‘Mahasi-methode’. Zittend mediteren was hierbij niet belangrijker dan lopen; van alles wat je doet maak je als het ware een meditatie en probeer je je te concentreren op wat er nu is. Sta je bijvoorbeeld onder de douche en ben je met je gedachten bij je werk, dan benoem je dat. Neem je een hap van je eten? Dan merk je op hoe dat is. Wat proef je? Hoe is de structuur van je eten? De beoefening stopt niet als de bel gaat aan het einde van een zit- of loopmeditatie. Dit maakt een vipassana extra uitdagend.
Voordat ik mijn inzichten met je deel, wil ik je bewust maken van het feit dat een retraite voor iedereen anders is. Besluit je je aan te melden voor een vipassana of een soortgelijke retraite, dan wil dat dus niet zeggen dat je precies dezelfde dingen tegenkomt. Zo waren er mensen die last hadden van lichamelijke pijn, maar voor mij was dit nauwelijks een thema. Ook kon iemand alleen maar aan lekker eten denken en een andere persoon voelde zich het merendeel van de tijd verliefd. Je kunt er vanuit gaan dat wat zich op dat moment onder de oppervlakte afspeelt, vanzelf naar boven komt. Het is als een draaikolk in stromend water: bij stilstand zie je ineens wat er op de bodem ligt. Niet alleen mooie steentjes, soms ook gewoon drek waar je niet altijd trek in hebt en als je maar druk genoeg bent, niet mee hoeft te dealen. Voor mij werkt een retraite dus ook als een spiegel.
Net als topsport
Vol goede moed reisde ik op een maandag in augustus af naar een klooster in Doetinchem, waar ik de trainers, Jerome Stoel en Guus Went, en nog bijna dertig andere deelnemers ontmoette. Ik werd meteen blij toen ik een bekende zag van de retraite vorig jaar; toch iets vertrouwds. Alleen jammer dat we niet veel tijd hadden om bij te praten, want de rest van de week waren we stil (haha). Van de vorige retraite heb ik onthouden dat ik me geen zorgen hoef te maken over het programma of het eten. We kregen dan wel twee maaltijden op een dag (ontbijt en lunch), je verbruikt lang niet zo veel energie als normaal gesproken. Ook kom je er niet bekaaid vanaf met een boterham met kaas. Gedachten als ‘Krijg ik geen honger?’ en ‘Wanneer moet ik waar zijn?’ kon ik dus al makkelijker naast me neerleggen.
Na een introductie en gezamenlijke maaltijd, ging de stilte in. Als je wilde, kon je ook je telefoon inleveren. Ik zette alleen mijn internet uit, want ik vond het handig om af en toe een wekker te zetten. De dagen erna hielden we een vast ritme aan: we stonden om vier of vijf uur ’s ochtends op en wisselden dan zit- en loopmeditaties af tot ’s avonds negen uur. Na elke zit- en loopmeditatie maak je notities. Uiteraard was er tussendoor tijd om te ontbijten en lunchen. Ook was er een vast moment voor mindful yoga en je had elke dag een kort gesprek met één van de trainers. Dit gesprek was het enige moment waarop je kon praten. In de avond gaven de trainers een lezing (Dhamma talk) – een fijne afwisseling, want één ding werd me duidelijk: dit is topsport!
Een ticket naar de zon
Waar ik vorig jaar ’s ochtends vroeg beduusd in een weiland stond met de gedachte ‘Waar begin ik in godsnaam aan?’, voelde de eerste oefendag dit keer al iets anders. Tegelijkertijd was dit ook een valkuil: regelmatig maakte ik een vergelijking met de vorige retraite. Zeker als het gaat om fijne ervaringen, hoopte ik ergens stiekem dat het nog een keer zou gebeuren. Ik herkende in elk geval de pijn langs mijn schouderbladen tijdens zitmeditaties, de kritische stem tijdens loopmeditaties (‘Je doet het niet goed, opnieuw!’), lage rugpijn, de drang meteen heel snel te gaan en doelgericht te zijn en hoe lastig ik het vind om met mijn aandacht bij mijn buik te komen. Voor alles geldt: ik probeerde het te observeren en benoemen, zonder dat ik het wilde oplossen, wegduwen of versterken. Dit noem je de kunst van het niet reageren. Makkelijker gezegd dan gedaan.
Waar ik nog niet zo bekend mee was, is verlangen. Ik kom oorspronkelijk uit de Achterhoek, dus ik was in de buurt van familie tijdens de retraite. Ook was het in die periode prachtig weer. Als ik buiten was voor de loopmeditatie, moest ik denken aan leuke dingen, zoals drankjes op het terras of chillen in de tuin van mijn moeder. Ook dacht ik terug aan heerlijke zonvakanties. ‘En tja, wat doe ik hier eigenlijk als ik ook met een cocktail aan het strand had kunnen liggen?’ Zo sloeg mijn geest op hol en pijnigde ik mezelf met allerlei fantasieën. Ik bleef de verlangens benoemen, besprak het met de trainers, totdat ik er ineens geen last meer van had. Mijn concentratie werd sterker, waardoor mijn aandacht minder snel afdwaalde.
Reflectievragen
- Als je terugkijkt op wat je afgelopen week op je werk hebt gedaan, zitten er dan dingen tussen waarvan je zegt: ‘Daar had ik misschien anders op kunnen reageren.’ Of sterker nog: misschien had je beter je reactie uit kunnen stellen. Soms breng je meer ‘schade’ aan door ergens meteen bovenop te duiken dan wanneer je even afwacht. Dat wil niet zeggen dat je dan helemaal niks meer mag doen, maar je kunt tenminste de tijd nemen voor een (bewuste) reactie. Ik heb het dan natuurlijk niet over levensbedreigende situaties, waarbij je snel moet handelen.
- In hoeverre laat jij je verleiden door mooie plaatjes? Online, maar ook in het dagelijks leven, als je bijvoorbeeld op het station staat en een reclame ziet. Wat gebeurde er vlak voordat je dacht: ‘Dit wil ik kopen of doen.’ Wat zag je? En zie je link met datgene waar je nu naar verlangt? Soms kan een simpel geluid al een verlangen triggeren.
Sterke gevoelens
Tijdens de retraite kon ik steeds preciezer waarnemen waar mijn aandacht heenging en wat ik voelde in mijn lichaam. Waar ik eerst mijn buik alleen op en neer voelde gaan, in en uit, merkte ik later subtiele bewegingen op aan de linker- en rechterkant, richting mijn flanken. Ook kwam ik tot de ontdekking dat er verschillende soorten warmte door mijn lijf stroomden: een fijne, geborgen warmte, diep in mijn buik. Maar soms ook een vurige hitte, een hele sterke drive, die ik liever kwijt dan rijk was. Ik voelde me vanbinnen soms net een computer die oververhit was. Ik raakte in de war, want: ‘Huh, ik leef toch al best een kalm leven?’ Toch vertelde mijn lijf iets anders. En zoals ik wel vaker zeg: je lichaam liegt niet.
Bij de hitte voelde ik ook een sterke onrust. De keren waarop ik met dit gevoel heb gezeten, zijn niet op één hand te tellen. Misschien denk je: ‘Jeetje, zo lang!’ Maar door het te negeren, werd het meestal alleen maar erger. Bovendien was het gevoel er toch al, dus ik kon er maar beter aandacht aan besteden; het wilde me iets vertellen. Het interessante was dat ik in de eerste instantie ook een soort ongeduld opmerkte in de manier waarop ik met de onrust om wilde gaan. Ik dacht: ‘Ha, onrust. Nu helder is wat ik voel, kan ik kijken hoe ik dit varkentje ga wassen.’ Nou, je raad het al: de onrust hield daardoor nog langer aan.
Sterke gevoelens probeerde ik uit te nodigen (zonder ze bewust op te roepen). Ik liet ze als het ware naast me op het meditatiekussen zitten. Soms gaf ik ze een naam als ze heel sterk waren. Zo zag ik een streber voor me die NU succes wilde en zich wilde bewijzen voor de buitenwereld. De onrust was een opdringerig persoon, razend enthousiast over wat komen gaat. In gedachten kookte ik hele maaltijden voor deze ‘mensen’ en liet ik ze zo lang bij me slapen als ze wilden. Kwamen ze terug? Van harte welkom! Juist door ze allemaal een plek te geven, werd ik rustig; ik hoefde niet meer te vechten. Totdat ik zelfs een paar keer dacht: ‘Huh, voel ik nu geen onrust? Help, waar ben je dan?’
Reflectievragen
- Welke signalen van je lichaam negeer je nu die je eigenlijk iets willen vertellen? Bijvoorbeeld (spannings)hoofdpijn of stijfheid in de nek en schouders. Hoe stiller je wordt, hoe sterker je het verband gaat zien tussen lichaam en geest.
- In hoeverre maak je tijd gedurende de dag om echt op te merken wat je voelt? Zeker als je net als ik hoogsensitief bent, kun je soms je eigen gevoelens verwarren met die van een ander. Ook kunnen gevoelens (onnodig) hoog oplopen als je door blijft gaan.
- Stel jezelf de vraag: ‘Wiens leven leid ik: dat van mij of die van een ander?’ Natuurlijk je eigen leven, maar welke dingen doe je die anderen van jou verwachten? Je hoeft het niet meteen anders te doen, maar je kunt er tenminste bij stilstaan.
‘Nóg langzamer?’
Natuurlijk was ik al overtuigd van de kracht van mindful leven, maar deze retraite heeft me weer versteld doen staan van de diepere wijsheid die naar boven komt als je langere tijd stil bent. Als ik bij een vervelende sensatie bleef zonder deze te analyseren, dan kon ik erop vertrouwen dat ik vroeg of laat een inzicht zou krijgen. Met mijn hele lijf voelde ik dan dat dit de boodschap was die ik mocht ontvangen. De scherpe pijn in mijn schouders had bijvoorbeeld te maken met de kritische, harde stem en stramme handen waren het bewijs dat ik vaker niks mag doen. Een golf van verrukking voelde ik opkomen in mijn lichaam als er weer een kwartje was gevallen. Ik kon op zulke momenten nog uren zitten als de bel ging.
Dat er een sterk verband is tussen de ervaringen tijdens een retraite en de manier waarop je leeft, mag duidelijk zijn. Kort samengevat heb ik veel last gehad van ‘conditionering’ zoals dat heet: je past je gedrag aan naar je omgeving. Zo had ik in het begin moeite met de laatste stappen als ik een loopmeditatie deed; ik wilde zo snel mogelijk naar het eindpunt toe – dat is immers wat je leert als je opgroeit. Je moet diploma’s halen en keuzes maken over je toekomst. Er is simpelweg geen tijd om het rustig aan te doen. Ook word je groot met het idee dat er altijd wel iets te doen is. Als je al een keer op de bank ligt, kun je je daardoor schuldig voelen.
Tijdens de retraite kwam het diepe besef dat er in de realiteit maar weinig moet gebeuren. En dat vond ik ergens een schokkende ontdekking: ‘Het kan toch niet zo zijn dat er niets te doen is? Wat blijft er over van mijn werk als dit het is? Hoe vul ik mijn dagen dan? Ik moet iets doen!’ Ik voelde ongelofelijk veel weerstand tegen kalmte, maar door me te laten meeslepen door dat gehaaste gevoel, werd ik alleen maar onrustiger. En dus probeerde ik toch weer te vertragen, ook al dacht ik soms: ‘Nóg langzamer? Hoe dan?’ Soms was er ineens kalmte en dan vond ik het juist weer jammer als het weg was. Ik heb regelmatig gelachen om mijn reactie; telkens was ik weer op zoek naar iets anders. Alsof het nooit goed genoeg was.
Reflectievragen
- Op welke momenten twijfel je aan jezelf en neem je toch het advies van anderen over, terwijl je diep vanbinnen het antwoord weet? Wat zou je helpen de volgende keer toch naar jezelf te luisteren?
- Welke overtuigingen heb jij over niksen? Mag je van jezelf gewoon hier zijn zonder daar eerst hard voor te werken? En wie bepaalt wanneer je goed genoeg bent? Ben jij dat of laat je dat door anderen (je ouders, collega’s, enzovoorts) bepalen?
- Als je alvast één stap in de richting van een langzaam leven zou kunnen zetten, wat zou dat dan zijn? Wat is het meest simpele dat je nu al zou kunnen doen? Denk aan een afspraak afzeggen of een uur pauze blokken in je agenda.
Gevoelig voor prikkels
Veel mensen vroegen mij van tevoren hoe ik om zou gaan met de lange dagen. Gelukkig heb ik slechts een paar keer gedacht ‘Hoe lang nog?’, maar ik maakte me wel steeds meer zorgen over hoe ik verder moest met mijn leven toen het einde van de retraite naderde. Dit klinkt heel zwaar, maar je moet je voorstellen dat je zintuigen op scherp staan. De geur van schoonmaakdoekjes sloeg direct op mijn keel en geluiden kwamen keihard binnen. Zo luidden de monniken tijdens de retraite soms een grote klok en als ik dan buiten stond tijdens een loopmeditatie, stond ik te trillen op mijn benen. Ik vroeg me daardoor af: ‘Hoe doe ik dat in de trein met al die mensen? En kan ik straks überhaupt wel weer aan het werk?’ Je wordt zo gevoelig voor prikkels en tegelijkertijd zie je alles heel helder. Een gedachte als ‘Moet ik toch niet een andere baan zoeken?’ is dan niet zo gek.
Ik vond het spannend toen de laatste dag de stilte werd verbroken, maar was ook heel benieuwd naar de ervaringen van de andere deelnemers; je creëert toch een bepaald beeld van iemand. Eén deelnemer dacht zelfs dat ik een stelletje was met iemand anders (haha). Tijdens een rondje werd meteen duidelijk dat de mensen die het meest sereen ogen en muisstil zitten tijdens meditaties, soms met de grootste onrust worstelden. Omdat ik het zo overweldigend vond om weer te praten en luisteren, wachtte ik bewust met het aanzetten van internet op mijn telefoon. In overleg met mijn vriend, die ik ook tien dagen niet had gesproken en belde na afloop, besloten we onze vakantie anders in te vullen en niet via Schiphol te reizen. Pfjoe, dat luchtte op!
Landen of opstijgen?
De dagen na de retraite merkte ik dat ik (gelukkig) sneller boven Jan was dan gedacht. Voordat ik het wist, deed ik allerlei dingen weer op de automatische piloot. Tegelijkertijd heb ik me ook enorm verbaasd over het tempo waarin we leven. Ik vond het daarom grappig dat mensen vroegen: “En? Ben je al geland?” Alsof ik drie dagen op Mallorca had gezeten en nu gewoon weer vrolijk om kon schakelen naar het ‘gewone’ leven. Vaak ook met een blik alsof ík zo gek was om er tien dagen tussenuit te stappen. Nou, zo gewoon is het leven niet dat we leiden. Eén van de trainers zei tijdens een Dhamma talk: “Landen doe je tijdens een retraite, opstijgen in het dagelijks leven.” Dit kan ik alleen maar beamen.
Zijn er dingen die ik nu anders doe? Zoals je misschien hebt gemerkt, heb ik Instagram al een tijd niet geopend. Ik deed al eerder een experiment waarbij ik een tijd geen gebruik maakte van social media apps. Na de retraite voelde ik een nog sterkere behoefte om even niet bezig te zijn met ‘de buitenkant’. Bovendien vind ik dat we al zo overladen worden met berichten en notificaties, dat ik het heerlijk vind om deze stroom aan informatie zo veel mogelijk te beperken. Ik lees bijvoorbeeld ook al een tijd geen boeken meer over persoonlijke groei en luister minder podcasts. Hoe minder externe prikkels ik binnenkrijg, hoe beter ik voel wat juist voor mij is.
Therapie
Misschien vraag je je nu af: ‘Is een vipassana iets voor mij?’ Er zaten deelnemers bij die nog nooit hadden gemediteerd en meteen meededen aan de tiendaagse (respect!). Maar je kunt het ook net zoals ik heb gedaan langzaam opbouwen. Zoek bijvoorbeeld eens een yogaschool bij je in de buurt op of doe een keer mee met een meditatieavond of stiltedag. Eén van de trainers, Jerome, organiseert ook vipassana weekenden. Twijfel je of vind je het spannend? Dan kun je natuurlijk altijd overleggen met de trainers. Wat mij betreft gebruikt iedereen zijn of haar ontwikkelbudget voor een vipassana. Het is als therapie waarbij je je eigen therapeut bent.
Boekentips:
- ‘In This Very Life’ – Sayadaw U. Pandita
- Al mijn favoriete boeken
Heb jij ook een vraag op werkgebied? Stuur me een bericht en wie weet maak ik er een podcast van!
Ik doe mijn best om waardevolle content te maken. Dit artikel bevat daarom een affiliate link. Als je via deze link iets koopt, krijg ik daar een kleine vergoeding voor zonder dat je extra hoeft te betalen. Dankjewel voor je bijdrage!